se fjordene, se
breene, se fossene,
møt menneskene
ruimtes, stiltes,
een spectaculair landschap
U kunt ons bestens nog eens bezoeken via een laptop of pc
Møre og Romsdal, Buskerud, Telemark en Aust-Agder. Deel 1 is een “mengelmoes” van twee vakanties die we in Noorwegen hebben doorgebracht.
Hoofdzakelijk vertellen wij, Evert en Annet, over de autoroutes die we gereden hebben, wat we dan zoal gezien hebben en hier en daar tips/suggesties voor accomodaties en uitstapjes. Ook de uitstapjes waar we niet aan toegekomen zijn maar die ons wel de moeite waard lijken (hebben we een volgende keer nog te goed!). De grote steden, winkelcentra en musea worden door ons gemeden cultuurbarbaren!. We genieten van de andere omgeving en waar het ons lijkt gaan we mountainbiken of wandelen. Op deze manier vermaken we ons prima. We hopen dat het regelmatigterugkerende “schitterend” en “prachtig” u niet zal vervelen en wensen u veel plezier met het lezen van ons verhaal. AAN WELK JAARGETIJDE GEVEN WE DE VOORKEUR?De vakantiegidsen vermelden: in de lente zijn de watervallen, door de grote hoeveelheid smeltwater uit de bergen, het mooist. Tevens staan op de hellingen langs de diverse fjorden de boomgaarden vol met bloesem. Dit is inderdaad het geval. Echter, de keerzijde van de medaille is,  vinden wij, dat een groot deel -ongeveer vanaf Røldal en noordelijker- nog onder een dik pak sneeuw ligt. Op de “Vikafjell” -= tussen Vinje (of Vossestrand) en Vik, aan wegno.13- werd er op 27 mei nog volop geskïed. Sneeuw vinden we leuk, maar de hoogvlakte zonder sneeuw vinden we nog leuker: dan zijn er veel meer kleurschakeringen in de natuur en is er veel meer te zien en/of te wandelen. En de watervallen: die zijn later in het seizoen echt niet minder majestueus hoor!
WAAR ZIJN WE “AAN LAND GEGAAN”? Kaart kart.finn.no - locatie Kristiansand Kaart camping.no - aanvaarroutes en/of overnachten Zuid-NoorwegenSuperSpeed 1 - vaart in 3¼ uur
van Hirtshals (in Denemarken) naar Kristiansand (in Noorwegen) foto:en.wikipedia.org Beide vakanties in dit deel 1 zijn we gestart in Kristiansand: dicht bij het fjordengebied in het westen.
Kaart kart.finn.no - locaties Oslo en LillehammerNoorwegen ten oosten van Oslo en Lillehammer hebben we ook een keer bezocht, maar dit is toch niet het spectaculairste wat Noorwegen te bieden heeft. Het is wel een vriendelijk landschap: het is wat glooiiend terrein.
Kaart google.nl/maps: route Kristiansand - Evje - Haukeli(grend) Kaart setesdal.com - locatie SetesdalEen aardige aanlooproute die we ook ooit eens hebben gereden is de route naar het noorden door het Setesdal = wegno.9.
De zuidwest-kust van Kristiansand naar Stavanger is een scherenkust = skjærgård. Hier loopt de touristische route “Nordsjøvegen” (niet wegno.E39 maar de smallere weggetjes zo dicht mogelijk langs de kustlijn).
Aurlandsdal
Kaart kart.finn.no: locatie Aurlandsdalen = wegno.50Diverse kaartjes Aurlandsdalen= provincie Sogn og Fjordane foto: © Cees Apon -ceesapon.nl Kaart google.nl/maps: HOE HEBBEN WE OVERNACHT?Tijdens de eerste vakantie -we waren van 24 augustus tot 8 september 1999 op Noorse bodem- hebben we heerlijk gekampeerd, in ons tentje op de campings. Ook andere en latere reizen hebben we gekampeerd: toch de mooiste manier om een land te “ervaren” (vinden wij ... )!
CAMPINGPASDe ANWB doet voorkomen alsof in Denemarken, Noorwegen en Zweden de “Camping Key Europe” verplicht is: de “CCI-card” en “ACSI Club ID” zouden niet meer voldoende zijn. ANWB-leden zouden voor een abonnement kunnen kiezen. De CKE-kaart wordt dan jaarlijks thuis gestuurd.
TOL = bom: ACHTERAF BETALEN versus VISITORS' PAYMENT / AUTOPASS
HEBBEN WE GERESERVEERD?Nee, we reserveren helemaal niets. In het voor– en naseizoen is er plaats genoeg, het is goedkoper en we hebben alle gelegenheid de tijd ter plaatse in te delen. Hoe de spelregels in het hoogseizoen zijn: daar hebben we geen idee van. IN DENEMARKEN en DE OVERTOCHT NAAR NOORWEGEN Kaart google.nl/maps - locaties Hirtshals en KristiansandIn dit deel 1 (een “mengelmoes” van twee vakanties) zijn we overgestoken van het Deense Hirtshals naar het Noorse Kristiansand. Voor de reis tot Hirtshals hebben we één dag nodig.
Onze afstand tussen Heerde -bij Zwolle- en Hirtshals is ca. 935 km. = 935 km. 21, 22 mei '00 In Hirtshals is er de “Hirtshals Camping”. De camping, met hytter, ligt heel mooi tegen de duinen en pal aan het zandstrand. De hele dag is er in de verte de drukke scheepvaart op het Skagerrak te zien.
Op maandag wandelen we naar de haven van Hirtshals en kopen op het kantoor van Color Line de kaartjes voor de overtocht naar Noorwegen. 23 mei '00 Kaart google.nl/maps:
|
|||||||||||||||||||||||||||
Noorwegen is verdeeld in 19 provincies: fylker. De provincies zijn verspreid over vijf regio's: landsdeler.
In de provincies kent men districten: distrikter. In enkele gevallen overschrijden deze districten de provinciegrens. In het geval van Oslo vallen provincie, district en gemeente samen. Gemeenten (kommuner) maken vaak deel uit van een regionråd: een samenwerkingsverband tussen instanties van naburige gemeenten. Ook deze organisaties spreiden zich soms uit over een gedeelte van een naburige provincie. Momenteel kent Noorwegen 68 verschillende råder waarin van de 428 gemeenten er 403 deelnemen. 25 Gemeenten doen niet mee en twaalf gemeenten nemen deel in twee verschillende verbanden.
Het wapen van Noorwegen is een van de oudste van Europa. Het vindt zijn oorsprong als wapen van het koninklijk huis. Haakon IV (1217-1263) gebruikte een schild met daarop een leeuw. In 1280 voegde koning Erik II een kroon en een zilveren bijl aan het wapen toe. De bijl is de martelarenbijl van de heilige Olaf II, het wapen waarmee hij in de Slag bij Stiklestad vermoord werd.
Sinds 1987 heeft elke provincie haar eigen provinciebloem: fylkesblom.
Kaart google.nl/maps - provincie Vest-Agder Kaart kart.finn.no - provincie Vest-Agder roze lijn = provinciegrens Zuid-Noorwegen / Sørlandet (wordt ook wel Agder genoemd): 1.1 provincie Vest-Agder I
Overnachten in Vest-Agder:
· Het provinciehuis staat in Kristiansand.
· De provincie Vest-Agder maakt deel uit van de regio Sørlandet -ook wel Agder- (= Aust-Agder + Vest-Agder). · Vest-Agder kent drie districten: Lister Lindesnesregionen en Kristiansandregionen.
Het provinciewapen toont een gouden eik tegen een groene achtergrond. Het geheel verwijst naar de eikebossen in de provincie die in het verleden de basis hebben gevormd voor grote welvaart: het hout werd gebruikt door de scheepswerven langs de kust of het werd geëxporteerd naar het buitenland. AANKOMST IN NOORWEGEN Kaart google.nl/maps:
|
Kaart google.nl/maps - locatie HellerenTwee huisjes
onder een overhangende bergwand in Helleren foto: © Knut Bry Slaat men niet af naar de “Bakkebru uit 1844” maar volgt men óf de kust met wegno.44 óf wegno.E39, dan komt men terecht in het district Dalane van de provincie Rogaland - meer over Rogaland hierna -.
Kaart google.nl/maps - route Jæren = tussen Ogna en BoreVoorbij Egersund en richting Stavanger, tussen Ogna en Bore = 41 km, zijn de wegno.'s 44 en 507 gemarkeerd als de touristische route “Jæren”. De route voert door het gelijknamige district strak langs de Noordzeekust.
|
R O G A L A N D |
25 mei '00 Kaart google.nl/maps:
route Lindeland Camping in Øvre Sirdal - Preikestolen -
Høiland Gard in Årdal (= provincie Rogaland) We vervolgen vanuit Øvre Sirdal wegno.468 tot Svartevatn. Er lopen geiten op de weg die zogezegd zo mak zijn als schapen. De dames zijn erg nieuwsgierig, wij trouwens ook!
De weg stijgt en zo komen we over een stukje hoogvlakte. Hier en daar ligt langs de kant van de weg nog de laatste sneeuw van de afgelopen winter.
Kjeragbolten foto: © Per Eide |
Lysebotn med Lysebotnvegen foto: onbekend |
Kjeragbolten is een groot rotsblok dat op 1085 meter hoogte boven de Lysefjord tussen twee steile wanden hangt.
Route: vanaf Svartevatn aan wegno.468 gaat men rechtsaf/oostwaarts op wegno.45/wegno.975 “Suleskarvegen” tot vlak voor het gehuchtje Ådneram en daar neemt men wegno.'s 986 en 500 linksaf richting Lysebotn.
Kaart google.nl/maps: route Kristiansand - het Setesdal = wegno.9 -
Suleskarvegen = wegno.337 -
parkeerplaats Kjeragbolten = Øygardstøl Kjerag Panoramic Restaurant
als in de winter en in het voorjaar de bergweg Suleskarvegen is afgesloten
wordt de route niet juist uitgelijnd → zie dan het kaartje hiernaast Kaart google.nl/maps -
idem als vorige, maar hier non-actieve schermafdruk
als in de winter en in het voorjaar de bergweg Suleskarvegen is afgesloten
wordt de route niet juist uitgelijnd op google.nl/mapsKjeragbolten is ook prima bereikbaar vanuit Kristiansand via wegno.E9 door het mooie Setesdal = 210 km.
Op de weg richting Lysebotn passeert men op 640 m hoogte het restaurant Øygards(s)tølen of Ørneredet (= “het Adelaarsnest”). Dit is de plek waar we wezen willen .
Het restaurant ligt bij de top van de haarspeldbochten die afdalen naar Lysebotn (meer daarover hierna).
Bij het restaurant is een parkeerplaats en hier begint de wandeling.
Er is keuze uit verschillende wandelroutes vanaf de parkeerplaats richting Kjeragbolten. Hierbij is deze zoekopdracht op ut.no wellicht bruikbaar. Gaat u in die zoekopdracht met de muis over de volgende titels dan verschijnt er in het rechtervenster een interactief kaartje:
In de aangegeven looptijden zijn geen rustpauzes opgenomen
Na de wandeling kiest men dan: óf voor dezelfde autoroute terug naar Ådneram óf voor de afdaling naar Lysebotn. Deze laatste “valt” ongeveer 800 m naar beneden, er zijn 27 (!!) haarspeldbochten en men moet door een tunnel die 340° ronddraait.
Kaart google.nl/maps: route parkeerplaats Kjeragbolten = Øygardstøl Kjerag Panoramic Restaurant -
Lysebotn - overtocht door de Lysefjord - Forsand
als in de winter en in het voorjaar de afdaling naar Lysebotn is afgesloten
wordt de route naar en door de fjord niet uitgelijnd → zie dan het kaartje hiernaast Kaart google.nl/maps - idem als vorige, maar hier non-actieve schermafdruk
als in de winter en in het voorjaar de afdaling naar Lysebotn is afgesloten
wordt de route naar en door de fjord niet uitgelijnd op google.nl/mapsVervolgens kan men vanuit Lysebotn alleen verder met een veerboot die beperkte afvaarten heeft. Het is echter een prachtige tocht van twee uur door de Lysefjord (met wanden van 1.100 m hoog) naar Forsand. Vanaf het haventje in Forsand kan met wegno.491 de brug nemen over diezelfde Lysefjord om daarna met wegno.13 de reis noordwaarts te kunnen vervolgen.
Kaart google.nl/maps:
route het meer Svartevatn - Byrkjedal - Oltedal -
Lauvvik(a) - Preikestolen - Høyland Gard in Årdal = onze eindbestemming Kaart suleskarvegen.no - route SuleskarvegenWij doen echter geen Kjeragbolten - zie hiervoor onder de provincie Vest-Agder - en kiezen bij het meer Svartevatn voor wegno.45 linksaf, door het Hunnedal. Dit is onderdeel van de toeristische route “Suleskarvegen” die loopt van Høydalsmo (= in Telemark, in de buurt van Dalen) naar Sandnes (= ten zuiden van Stavanger). Het is een echte slingerweg en wellicht daarom ook uitgeroepen tot één van de mooiste motorroutes in Noorwegen. In de winter (1 november tot 1 juni) is Suleskarvegen afgesloten.
In Byrkjedal staat het hotel Byrkjedalstunet met kamers ontworpen in een 19e-eeuwse stijl.
In Oltedal slaan we rechtsaf op wegno.13 naar Lauvvik(a), alwaar een pont in tien minuten de Høgsfjord overvaart naar Oanes.
In Oanes vindt men aan wegno.13 “Lysefjord Hyttegrend”: hier worden hytter verhuurd - geen camping.
Wegno.13 volgt weer een andere toeristische route. Wellicht een beetje verwarrend, maar er is sprake van “Ryfylkevegen” -loopt van Sandnes naar Røldal in de provincie Hordaland- en er is sprake van “Fjordvegen” -loopt van Sandnes naar het nog noordelijker Førde in de provincie Sogn og Fjordane-. Fjordvegen wordt ook wel “Diktarvegen = de Dichtersweg” genoemd: langs de route zijn vijf grote klassieke Noorse schrijvers geboren.
Het traject Ryfylkevegen is een schitterende route. In het begin heeft het landschap een glooiiend karakter met uitzicht op de fjorden. Daarna komen de fjorden tussen de bergen te liggen. Verderop maken we kennis met de steile bergwanden aan de ene kant en een wildstromende beek aan de andere kant van de weg.
Vanaf Oanes is voor wegno.13 in noordelijke richting ook al zeer bruikbaar de brochure van het district Hardanger (... ook al begint Hardanger pas in de noordelijker provincie Hordaland ...).
“Fjorden zijn niet specifiek Noors; men vindt ze bijvoorbeeld ook aan de westkust van Schotland en Alaska, maar daar zijn ze niet zo imponerend. Het enige land dat met de Noorse fjorden kan wedijveren is Chili, maar dat ligt wel erg ver van huis... .”
(preikestol = preekstoel, preikestolen = de preekstoel)
Preikestolen is “het meest gefotografeerde object van Noorwegen” en trekt jaarlijks 205.000 (!!) bezoekers. We komen er door richting Tau vóór Jørpeland een zijweggetje in te slaan. De omgeving van Preikestol is echt een geweldig mooi stuk natuur. Alleen de wandeling ernaartoe is al de moeite waard, en we hebben nog stralend weer ook! In het begin stappen we nog tussen de loofbomen die in hun frisse, lente–groene blad staan. Als we iets hoger komen, is het hier en daar klauteren over de rotsblokken. De vergezichten die we onderweg krijgen aangeboden zijn bijzonder fraai. In de verte zien we hoe de Lysefjord tussen de steile bergwanden doorkronkelt.
En dan komen we aan bij de Preikestol. Het uitzicht is nog grootser dan we hadden verwacht. Het is een vooruitstekend egaal rotsplateau van ongeveer 25 x 25 meter, dat 604 meter loodrecht omhoog oprijst uit de Lysefjord. En dan in diezelfde fjord het blauwe water, een boot met gebolde zeilen en daarboven in de lucht de witte schapenwolkjes: het is fantastisch!
Op ons gemakkie zijn we heen en terug, incl. een uurtje op de top, 4½ uur onderweg.
Reinarknuten is een markante heuveltop die uitkijkt over het Tysdalsvatn. Men belooft “splendid views” en een stevige steile klim ... .
De Reinarknut is te bereiken door, vanaf Preikestolen, wegno.13 te vervolgen tot voorbij Tau. Aan de rechterhand komt het Bjørheimsvatn. Is men dit meer en het dorpje Bjørheimsbygda gepasseerd, dan slaat men rechtsaf op Leitevegen. Er is een parkeerplaats waar het gemarkeerde wandelpad begint: heen en terug 5 uur over 12 km over met een hoogteverschil van 450 m. Terug loopt men dezelfde route.
In Nederland wordt de hoogte weergegeven ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil. Het ijkpunt voor de Noorse hoogtes is moh = meter over havet.
We doen geen Reinarknuten maar vervolgen met wegno.13 naar Årdal.
We vinden onderdak bij “Høyland Gard”, een kampeerboerderij met drie gerestaureerde hoofdgebouwen. Zo krijgen we weer de gelegenheid in een typisch Noorse woning te overnachten.
In het souterrain hebben we een compleet woon– en slaapgedeelte tot onze beschikking.
Onze afstand tussen Øvre Sirdal en Årdal is 163 km. = 1408 km.
26 mei '00 Kaart google.nl/maps:
route Høiland Gard in Årdal - staafkerk van Røldal - waterval Låtefossen -
waterval Vøringsfossen - Granvin Hytter og Camping in Granvin (= provincie Hordaland)
Granvin H.o.C. is in 2010 gesloten een alternatief is Flatlandsmo Camping Na de schapenwolkjes van gisteren is het te verwachten: een beetje een druilerige dag. Maar dat mag de pret niet drukken en we trekken verder naar het noorden.
Kaart google.nl/maps: overtocht Hjelmeland(svågen) - Nesvik Kaart kart.finn.no:
overtocht Hjelmeland(svågen) - Nesvik - zalmrivier SuldalslågenIn Hjelmeland(svågen) varen we de Jøsenfjord over naar Nesvik. We volgen de zalmrivier Suldalslågen en passeren het meer Suldalsvatnet (vatn = meer, vatnet = het meer). Het is een mooie rit: we passeren een oude watermolen, we zien de eerste “foss” (foss = waterval, fossen = de waterval) en we komen door een tiental tunnels.
Om te mogen vissen in meren en rivieren óf op zalm heeft iedereen van zestien jaar en ouder twee visaktes nodig: een staatsvergunning is nodig om een plaatselijke visakte te kunnen kopen. De plaatselijke visakte is geldig binnen een bepaald gebied voor een bepaalde tijd. Beide vergunningen zijn verkrijgbaar bij de plaatselijke Turist Info, of anders bij de lokale sportzaken, kiosken of campings.
Over het algemeen is het vrij om te vissen langs de kust op zoutwatervis met een hengel of handsnoer.
Bent u van plan te gaan vissen? Eén en ander ligt soms wel iets ingewikkelder ... visitnorway.com heeft nadere informatie.
In Røldal eindigt de toeristische route Ryfylkevegen en gaat wegno.13 zoals gezegd alleen verder als “Fjordvegen”. Het district “Hardanger” rijden we binnen.
Hardangerfjord, Sognefjord, Hallingdal en Norefjell vormen samen “Fjell Noorwegen”: het veelzijdige berggebied tussen Oslo en Bergen. De brochure van Fjell & Fjord voorziet in een prima overzichtskaart.
We bekijken er de oude staafkerk. De kerk zelf dateert uit het begin van de dertiende eeuw maar het interieur is jonger.
De Johannesmis wordt opgedragen tijdens de Sint–Jansnacht van 24 juni.
Nog tot na de Reformatie, tot 1835, werd de kerk jaarlijks door de pelgrims tijdens de Johannesmis bezocht. Het kruisbeeld begon in deze nacht te “zweten,” werd van het koorgewelf afgenomen en naar het altaar gedragen. De pelgrims mochten het kruisbeeld om de beurt met een laken aanraken en afwissen, om dan met dit laken hun wonden te bestrijken. Hierna zou genezing volgen ... .
Het “zweet” was echter condens dat was ontstaan doordat de vele mensen en de kaarsen de kerk snel hadden opgewarmd.
Staafkerken verrezen in de tiende en elfde eeuw overal in Noord–Europa, maar alleen in Noorwegen zijn ze nog te vinden. Van de ca. 1300 kerken die er in de veertiende eeuw in Noorwegen hebben gestaan, zijn er nog maar tweeëndertig over.
De staanderbouw onderscheidt zich door het feit dat het dak wordt gedragen door grote palen: eerst vier, één op iedere hoek, later door wel twintig.
Op de puntgevels verschenen later drakenkoppen, pieken en krullen. De drakenkoppen dienden niet alleen voor versiering; ze moesten ook de boze geesten op een afstand houden.
Een staafkerk heeft zelf nooit klokken: hiervoor zijn losstaande klokkentorens gebouwd.
Jøsendal geeft ons weer de gelegenheid de boel te overzien. Voorbij het vakantiecentrum Seljestad is, rechts van de weg, een fraai uitzichtspunt over het Jøsendal, vlak voor Odda.
Voorbij Jøsendal kan een ieder die van watervallen houdt, zijn of haar hart ophalen. Het lijkt wel alsof hier “de weg van de watervallen” begint.
Espelandsfossen | : | links, voorbij Skare, aan de overkant van de rivier Storelva, met een hoogte van 200 meter. |
Låtefossen | : | iets verderop rechts, direct aan wegno.13. De weg loopt met een stenen brug over de “voeten” ( ) van de waterval: het is een dubbele, met een breedte van 400 meter en een hoogte van 165 meter. Prachtig! |
Vidfossen | : | 5 km verderop en links van wegno.13, aan de overkant van de rivier Storelva. |
Strondsfossen | : | 4 km verderop en links van wegno.13, aan de overkant van het meer Sandvevatnet. |
Tjornadalsfossen | : | rechts van wegno.13, aan de rechterkant van het meer Sandvevatnet |
Op hardangerfjord.com maken we kennis én met Trolltunga: de Tong van de Trol (tunge = tong, tunga = de tong) én met een veel minder bekende Preekstoel: die van de streek Hardanger.
Beiden zijn wandelend te bereiken: Trolltunga in 4 uur vanaf de parkeerplaats in Skjeggedal en Preikestolen nog een uurtje verder.
de Tong van de Trol foto: © Svein Ulvund |
idem foto: © Bart Ledoux |
Preikestolen in Ringedalen / Hardanger foto: onbekend |
Men bereikt Skjeggedal door voorbij Odda wegno.13 in noordelijke richting 6 km te volgen richting Kinsarvik - maar tot Tyssedal. Na de tweede tunnel rechtsaf en vervolgens 7 km door bergachtig gebied naar Skjeggedal. Hier vindt men de kabelbaan “Trallebanen” of “Mågelibanen” genaamd: deze start op 425 m en eindigt op 850 moh.
Naar boven lopen kan ook: 45 minuten klauteren over een vrij steil traject.
Hoe ziet de wandeling eruit? Men volgt 1,5 km een oud karrespoor van de Mågelitopp richting Gryteskard. Echter vóór Gryteskard neemt men een pad rechtsaf tot Gryteskard en daarna tot Trombeskard.
Op de top van Trombeskard staat een richtingaanwijzer naar Tyssevasbu. Men vervolgt echter met het pad rechtsaf richting Florenseter. Bij Florenseter is een rivier: bij veel water kan deze lastig zijn over te steken maar toch maar doen ! Het pad verder aflopen tot Endeåplatået, dat rechts ligt van Storenut. Op dit laatste stuk, vanaf Florenseter tot Endeånen, kan sneeuw liggen. Er is uitzicht naar het zuiden op het meer Ringedalsvatnet en de waterval aan het eind van het meer, en tevens op de dam Langedalsdammen. Westwaarts ziet men de Ringedalsdamm, Einseten, Mosdalen en de Folgefonna-gletsjer.
Het pad loopt door tot de Tyssestrengene-waterval -daar waar men de waterval moet passeren is het pad niet zo goed gemarkeerd-. Na de waterval volgt men het pad nog 800 meter, dan rechtsaf en nog eens 800 meter tot Trolltunga.
Wil men naar Preikestolen, dan moet men nog ca. 60 minuten verder. Tussen Trolltunga en Preikestolen beheert de locale Turist Info de berghut Reinaskorsbu - of Reinaskår -. Men kan hierin overnachten: de sleutel is verkrijgbaar bij het Turist-kantoor in Odda.
Geïnteresseerden kunnen de tocht naar Trolltunga en Preikestolen maken onder begeleiding van een gids van “Opplev Odda”. Er zijn minimaal 4 deelnemers vereist van 15 jaar of ouder en men kan zich opgeven een dag van tevoren.
Bron: viaferrata.nl “Via ferrata is Italiaans en betekent vrij vertaald in het Nederlands “ijzeren weg”. Het is een tussenvorm tussen bergwandelen en klimmen. Bij via ferrata, ook wel klettersteig* genoemd, is een route uitgezet met staalkabels, die in de rotsen vastgezet zijn.
De staalkabels zijn in eerste instantie bedoeld voor de bergsporter om zich aan te zekeren. Naast de staalkabels komen er op moeilijkere en steilere passages andere elementen bij kijken, zoals trappen en stiften, bruggetjes en dergelijke.
Door gebruik te maken van deze elementen kun je bij via ferrata bepaalde plekken bereiken die je bij bergwandelen zeker niet zou kunnen bereiken.
Via ferrata's zijn er in verschillende moeilijkheids-categorieën: van makkelijk voor kinderen en beginners tot zeer moeilijk voor de zeer gevorderden. Dit maakt het dat via ferrata een bezigheid kan zijn voor een zeer breed publiek, van jong tot oud”. *der Klettersteig, klettersteigen = | klatring, klatre =
In Tyssedal start bij het “Norsk Vasskraft- og Industristadmuseum” (NVIM / Noors Waterkracht- en Industriemuseum) zo'n route: TyssoViaFerrata genaamd. Deze loopt omhoog langs de buizen waarin het bergwater naar beneden stroomt, benodigd voor de waterkrachtcentrale Tysso 1. Op deze centrale draait de industrie in Odda.
Het is een traject met historie: de rallaren = arbeiders hebben het traject uitgezet bij de aanleg van die buizen in 1906.
Men doet deze klauterpartij onder begeleiding van een gids van “Opplev Odda”: zij zorgen voor de benodigde uitrusting. De tocht duurt 3 tot 4 uur, er zijn minimaal 4 deelnemers vereist van 15 jaar of ouder en men kan zich opgeven een dag van tevoren.
Kaart google.nl/maps:
locaties Tyssedal - Lofthus Camping in Lofthus - Kinsarvik Camping in KinsarvikTussen Tyssedal en Kinsarvik zijn veel boomgaarden, tegen de hellingen van de fjorden. Het is eind mei, en er is volop bloesem.
Lannoo's Reisgids, (met mooie verhalen van Klaus Betz een aanrader!) ISBN 90.209.3573.9 beschrijft een wandeling in de buurt van Kinsarvik. We zullen proberen het verkort weer te geven:
“De auto kan geparkeerd worden op een parkeerplaats boven Hus -bij Kinsarvik rechtsaf en dan nog 2 km-.
Het geasfalteerde weggetje wordt enkele meters hoger een bosweg die langs de Kinsoelv loopt (elv(a) = rivier). Snel stromend en rustig water wisselen elkaar af. Vlak voor de waterkrachtcentrale splitst de weg zich.
Van boven af stort zich reeds de eerste van de vier watervallen, de Tveitafoss, van 103 meter hoogte omlaag.
Het pad gaat links omhoog waar de bosweg met een slagboom is versperd. (De T–weg rechtdoor is een zwaardere route en duurt 4,5 uur.) De steeds steiler wordende weg slingert zich langs de berghelling omhoog.
Na ongeveer een uur passeert u de Nyastølfoss, die zich van 218 meter hoogte naar beneden stort. Na nog een halfuur lopen, eindigt de bosweg in een keerplateau.
Daar volgt u rechts in het bos het pad “T” naar links. Deze plaats moet u beslist onthouden, zodat u op de terugweg het keerplateau terugvindt. De wandeling eindigt op een bergwei. Hierboven kunt u pas de Nykkjesøyfoss bewonderen, vlak voordat u ervoor staat.
Naar de vierde waterval hierboven, de Søtefoss, loopt geen wandelweg; het terrein daar naar toe is moeilijker te begaan. Als u op de terugweg het T–pad helemaal naar beneden wilt volgen, mag u de soms ontbrekende markering niet uit het oog verliezen.”
(Er wordt melding gemaakt van de folder “Wandelen in Kinsarvik”. We nemen aan dat deze bij de Turist Information is te verkrijgen.)
in Husedalen | |||
foto:kinsarvikcamping.no |
foto:kinsarvikcamping.no |
foto:kinsarvikcamping.no |
foto:kinsarvikcamping.no |
Kaart google.nl/maps: route Kinsarvik - waterval Vøringsfossen -
overtocht Brimnes/Bruravik - Granvin Hytter og Camping in Granvin
Granvin H.o.C. is in 2010 gesloten een alternatief is Flatlandsmo CampingWe rijden van Kinsarvik door naar Brimnes en pakken dan nog een stukje wegno.7. Hier is het een aaneenschakeling van tunnels.
20 Km voorbij Eidfjord ligt de Vøringfoss, men schrijft: de bekendste waterval van Noorwegen. Dus die willen we ook graag zien. Deze is 182 meter hoog en vanbovenaf te bezichtigen, iets wat niet vaak voorkomt. Het gebied tussen Eidfjord en de Vøringfoss is weer een heel ruw landschap.
Aan het eind van de dag wordt de Låtefoss toch als mooiste van de dag uitgeroepen.
7,5 Km voorbij Eidfjord en ook aan wegno.7, in Øvre Eidfjord, staat het informatiecentrum “Hardangervidda Natursenter”. Er is o.a. een aquarium en men toont in een grote filmzaal een prachtige panoramafilm op vijf beeldschermen met daarin een helikoptervlucht over de Hardangervidda.
De Hardangervidda is de grootste hoogvlakte van Europa. Van de 9000 km² is 3500 km² Nationaal Park en dus afgesloten voor gemotoriseerd verkeer.
Bergwandelaars kunnen op de hoogvlakte met de talloze meren en de lange, golvende bergpartijen hun hart ophalen. In het gebied vindt men uitgezette routes en er zijn veel overnachtingshutten.
Kjeåsen = “Geitenheuvel” lijkt gebouwd te zijn op een onmogelijke plek: op een smalle bergrichel op bijna 600 meter hoogte.
Gedurende honderden jaren was deze boerderij alleen bereikbaar via een steil voetpad. Dit pad begint vlakbij de parkeerplaats bij de Sima-waterkrachtcentrale. Wil men te voet boven “een bakje koffie gaan doen ”, dan is men heen en terug vier uur onderweg.
In 1975 is er een weg aangelegd t.b.v. een nieuwe waterkrachtcentrale en via deze weg kan nu iedereen met de auto naar boven. Deze weg is 5 km lang en de helft daarvan gaat door een onverlichte tunnel. De rijbaan is echter zo smal, dat het verkeer vanaf beneden alleen elk heel uur de rit naar boven mag maken. Verkeer vanaf boven mag alleen elk halfuur naar beneden.
Bereikbaarheid: vanaf Eidfjord neemt men niet wegno.7 oostwaarts, maar de smallere wegno.Fv103 langs de Simadalsfjord naar de afslag richting waterkrachtcentrale = vijf km.
Tussen 1346 en 1351 heerste de Zwarte Dood: de pest die werd verspreid door vlooien die met name op de zwarte rat parasiteerden. Wereldwijd kostte deze epidemie aan 100 miljoen mensen het leven.
Noorwegen kreeg er ook van langs: de bevolking raakte besmet door een schip dat vanuit London de stad Bergen aandeed.
Onder de overlevenden waren twee families die gevlucht waren naar de flank van de berg Kjeåsen. Daar bouwden zij twee boerderijen. Eén ervan heette “Kjeåsen”.
De Zweedse journalist Bror Ekström bezocht Kjeåsen in de jaren vijftig. Vervolgens schreef hij het populaire boek “Folket på Kjeåsen = De mensen van Kjeåsen”.
Vervolgens is het tourisme naar Kjeåsen op gang gekomen. “Er is een uitzicht dat vergelijkbaar is met dat van de wereldberoemde Geirangerfjord”.
Op beide boerderijen verkoopt men ansichtkaarten en serveert men koffie. Het wisselgeld kunt u kwijt in een potje voor het behoud van Kjeåsen .
Om de Eidfjord over te kunnen steken, nemen wij nog de veerpont tussen Brimnes en Bruravik.
Iets verderop, eveneens tussen Brimnes en Bruravik , ligt tegenwoordig een brug, deze is in juni 2013 geopend. De “Hardangerbru” heeft een fietsbaan en is 1.380 m lang.
“de Noorse Golden Gate-brug is langer, hoger en mooier dan de Amerikaanse”
Door de 7350 meter lange Vallaviktunnel gaat het vervolgens naar Granvin, waar we overnachten op “Granvin Hytter og Camping”. Naast de camping staat een klein, wit kerkje, anno 1726. Het bezit de oudste kerkklok van Noorwegen.
Oeps! In 2010 is Granvin Hytter og Camping gesloten.
Kaart google.nl/maps:
locaties (voormalige) Granvin Hytter og Camping -
alternatief = Flatlandsmo Camping - Voss(avangen)Een alternatieve accomodatie ligt 13 km verderop, ook aan wegno.13 en 12 km vóór Voss(avangen). Flatlandsmo Camping ligt pal aan het meer Monsvatnet, is het gehele jaar geopend en er worden ook hytter verhuurt.
Onze afstand tussen Årdal en Granvin is 314 km. = 1722 km.
27 mei '00 Kaart google.nl/maps:
route Granvin Hytter og Camping in Granvin -
Kvamshaugen Herberge og Hytter in Hafslo (= provincie Sogn og Fjordane) De volgende ochtend vertrekken we weer en gaan we richting Voss.
En waarachtig: een waterval. Het blijft een heerlijk geluid, het water dat naar beneden stort.
Voss(avangen) aan wegno.13 is een grotere toeristenplaats.
gjelet = kloof
Wij hebben het gemist, maar deze canyon schijnt beslist een bezoekje waard. Er raast een riviertje met diverse stroomversnellingen doorheen.
Men kan een paar honderd meter de kloof in. Langs het voetpad zijn meerdere uitzichtspunten ingericht.
Men vindt Bordalsgjelet vlakbij het centrum van Voss. Het is zowel te voet als met de auto bereikbaar:
In de laatste week van juni wordt jaarlijks in Voss de “Extreme Sportweek” gehouden.
Het is een uniek evenement dat een muziekfestival (pop, rock, funk en reggae) combineert met alle takken van extreme sport.
Kaart kart.finn.no - locatie VinjeWegno.13 gaat noordwaarts een stukje op in wegno.E16: tot Vinje.
Op de T–splitsing bij Vinje gaat wegno.E16 rechtsaf richting het kleine dorpje Flåm en gaat wegno.13 rechtdoor. Wij hebben er voor gekozen wegno.13 noordwaarts te volgen.
We vertellen meer over Flåm -= een topper !!- direct hierna in de provincie Sogn og Fjordane.
banen = de spoorlijn
We zijn niet aan de Flåmsbanen toegekomen, maar die zullen we een volgende keer zeker meenemen
zie het succesverhaal onder 2.4 provincie Sogn og Fjordane III.
Het is een spoorlijntje dat begint in Flåm en eindigt in Myrdal, een station aan de Bergen–spoorlijn.
Het volgende hebben we erover gelezen:
“De afstand bedraagt maar 20 kilometer, het hoogteverschil is echter 865 meter. In 40 minuten rijdt het elektrische treintje via 20 tunnels naar boven met onderweg uitzicht over het Flåmsdal en de Aurlandsfjord. De terugrit duurt i.v.m. het afremmen 53 minuten. In de Bakli–keertunnel daalt de trein -met gelukkig vijf stel remmen ...- in vijf spiralen 300 meter omlaag; na elke spiraal komt hij uit de bergwand te voorschijn. Op sommige punten blijft de trein even stilstaan om de passagiers van de omgeving te laten genieten.
Het is, wat aanleg betreft, één van de gedurfdste en, wat uitzicht betreft, één van de adembenemendste trajecten ter wereld.”
Flåm is op vier manieren te bereiken:
fjell = hoogvlakte, fjellet = de hoogvlakte
Afijn, we hebben wegno.13 vervolgd. Op de Vikafjell ligt op 27 mei nog meer als twee meter sneeuw en er wordt volop geskïed.
-In augustus 1999 hebben we ook op de Vikafjell gereden. Toen lag er nagenoeg geen sneeuw en waren de stenen en rotsblokken met veel “gifgroen”–kleurig mos bedekt. Er waren bergmeertjes te zien en hier en daar loslopende schapen-.
Na de afdaling bij Vik, met haarspeldbochten, is het weer compleet lente -vik = baai-
Wij hebben 'm gemist, maar vlak voor Vik staat de staafkerk van Hopperstad uit 1140.
Bij Vangsnes varen we de Sognefjord over naar Hella. Daar gaan we verder met wegno.55 (in oostelijke richting). We kunnen van de Sognefjord genieten. Hij is met 185 kilometer de langste ter wereld en met 1308 (!) meter de diepste van Noorwegen: “de Keizer van de Fjorden”. Ook hier staan aan de oever de fruitbomen volop in bloei.
Voorbij Sogndal volgt wegno.55 de Barsnesfjord. Het is ons om het even, want het is net zo mooi.
Kaart google.nl/maps: locaties “Kvamshaugen Herberge og Hytter” en “Eplet Bed & Apple”Het is voorseizoen, dus we hebben de gelegenheid een hééééééééééle grote hytter te huren: op “Kvamshaugen Herberge og Hytter” in Hafslo, dertien kilometer voorbij Sogndal.
Onze afstand tussen Granvin en Hafslo is 161 km. = 1883 km.
Hier onderbreken we even de vakantie van mei 2000: op 27 en 28 augustus 1999 zetten we in Nes onze tent op. Nes ligt tussen Gaupne en Luster aan wegno.55. We staan op een kleine camping met volop uitzicht op de Lustrafjord.
Van hieruit is het via wegno.604 nog zevenendertig kilometer naar het informatiecentrum “Breheimsenter”, een stukje voorbij Jostedal. Er is allerhande informatie te verkrijgen over het berggebied Breheimen en er is een mooie tentoonstelling opgezet.
· Drie kilometer vóór het informatiecentrum ligt de Jostedal Camping.
· Twee kilometer voor de “de voet” van de Nigards-gletsjer, ligt de Nigardsbreen Camping. Deze camping heeft hetzelfde schittterende uitzicht als op de foto, en wel op die grote ijsklomp die de Nigardsbre heet (bre = gletsjer, breen = de gletsjer).
Het is geweldig om -voor ons- voor het eerst te zien hoe zo'n massa bevroren water het dal “instroomt”. Echter, eenmaal zover als mogelijk bij de gletsjer aangekomen, blijkt dat men nog moet overvaren met een bootje, dat in ons geval net is vertrokken.
Ter plaatse horen we dan van andere toeristen dat men uiteindelijk 100 meter van de gletsjer af moet blijven. Tenzij men deelneemt aan de gletsjertocht–onder–begeleiding. We zien er dan maar van af om twee uur te wachten. Tot zover was het toch ook al hartstikke mooi.
In mei 2000 bezoeken we de Briksdalbre in de buurt van Olden. Die is nog meer “de moeite” van een bezoek waard: we vertellen er meer over verderop in ons verhaal onder 1.7 provincie Sogn og Fjordane II.
Het hele gebergte heet Breheimen. Dit wordt voor het merendeel bedekt door een groot ijsveld, het grootste gletsjerveld dat op het Europese vasteland te vinden is -alleen de Vatnajökull op IJsland is nog uitgestrekter-. Van dit ijsveld wordt het merendeel weer ingenomen door de Jostedalsbre: 475 km² ijs. De Nigardsbre, de Lodalsbre, en de Stegholtbre van vandaag, plus de Briksdalbre, de Lundebre en de Bøyabre van mei 2000: het zijn enkele van de 24 uitlopers/tongen die de Jostedalsbre heeft. Het verschil met bijv. het gebergte Jotunheimen -komt nog- is, dat in Jotunheimen de gletsjers tussen de bergtoppen in liggen. In Breheimen liggen de bergtoppen (soms tot 2000 meter hoog) helemaal onder de ijskap. Men neemt aan dat daar de ijslaag meer dan 400 meter dik is.
We gaan nu op eigen gelegenheid op “gletsjerjacht” (= kijken, niet aan- of opkomen!) en rijden de afgelegen weg naar Fåberg op. Daar komen we voor het eerst door een onverlichte tunnel. Er zit ook nog een bocht in, met als gevolg dat we in de tunnel geen glimp daglicht kunnen opvangen.
Afijn. Het is verder een leuke rit, door een heel verlaten woest landschap. Daar houden we wel van, het is voor ons het toppunt van relaxen.
We zien de “Fåbergstolsbre” liggen, maar willen eerst door naar het stuwmeer “Styggevatn” (vatn = meer, vatnet = het meer). Daar rijden we echter letterlijk tegen een betonnen muur op.
Als we er zijn, wordt het plotseling ontzettend mistig. En daar staan we dan, in de wetenschap dat er een onnoemelijke waterkracht op die muur moet drukken. Het is in de mist een beetje een lugubere sfeer angsthazen!. Opgelucht kachelen we via de haarspeldbochten weer terug naar beneden.
We parkeren bij de “Fåbergstølsgrandane”. Dit is een brede bedding waar het smeltwater van o.a. de Lodalsbre en de Stegholtbre, tongen van de weer grotere Jostedalsbre, in uitkomt.
We wandelen er anderhalf uur, heen en terug. Er staat zover als we gaan, niet zoveel water, dus kunnen we redelijk door het grind en om alle geultjes heenlopen. En steeds maar hebben we een schitterend uitzicht! We kunnen door het vele water verderop, niet dichterbij komen, maar de wandeling is voor ons toch al geslaagd.
Het is een heel fijne dag geweest en met een voldaan gevoel gaan we terug naar de camping. Onderweg kopen we nog verse aardbeien bij een kraampje aan de kant van wegno.604. Hoe noordelijker men komt hoe lekkerder de aardbeien! Dat heeft te maken met de hoeveelheid daglicht.
De volgende ochtend vertrekken we uit Nes. We hebben nog niet ontbeten, maar zes kilometer verderop is een parkeerplaats met tafels en bankjes aan de oever van de Lustrafjord. Het is een stille (zondag)ochtend en in de fjord ligt een klein eilandje. De zon begint lekker te schijnen en het water kabbelt een beetje: het is werkelijk een vijfsterren–lokatie voor ons ontbijt -met de aardbeien van gisteren-!
Tot zover augustus 1999.
29 mei '00 Kaart google.nl/maps: route Kvamshaugen Herberge og Hytter in Hafslo -
touristische route Sognefjellsvegen - Dalsnibba - Geiranger - Knausen Hyttegrend in Hornindal
(= provincies Sogn og Fjordane, Oppland, Møre og Romsdal en Sogn og Fjordane)
als in de winter en in het voorjaar de bergweg Sognefjellsvegen is afgesloten wordt de route niet juist uitgelijnd
→ zie dan het kaartje hiernaast Kaart google.nl/maps - idem als vorige, maar hier non-actieve schermafdruk
als in de winter en in het voorjaar de bergweg Sognefjellsvegen is afgesloten
wordt de route niet juist uitgelijnd op google.nl/maps We leven nu dus in 2000 en zijn nog in Hafslo, voorbij Sogndal, met die héééééle grote hytter, bezig met de tweede vakantie ...
Van hieruit vervolgen we wegno.55 langs de Lustrafjord. Tussen Gaupne en Lom (= 83 km) is wegno.55 gemarkeerd als de toeristische route “Sognefjellsvegen”.
Rond het jaar 1400 is dit al een belangrijke handelsroute tussen Bergen en het Gudbrandsdal. Het schijnt dan een gevaarlijk gebied te zijn met veel struikrovers zonder struiken .... Sinds 1938 ligt er een asfaltweg, waarvan het hoogste punt op 1.434 meter ligt. De route loopt door de Jotunheimen, “het huis van de reuzen”, het hoogste bergland van noordelijk Europa.
Door de haarspeldbochten rijden we voorzichtig omhoog. Bovengekomen zal de weg zich over een glooiend traject vervolgen. Echter, we hadden het kunnen weten: sneeuw, heel veel sneeuw. Een sneeuwruimer is bezig de weg begaanbaar te houden. Tot onze verbazing horen we in de verte nog wel een koekoek roepen.
Maar ja, het is wel een dag en nacht verschil met augustus 1999. Toen hebben we op deze 83 kilometer een halve dag aangeklungeld (aanklungelen = relaxen ). Er lag toen hoegenaamd geen sneeuw en we kregen mooie vergezichten voorgeschoteld. In de strakblauwe bergmeertjes weerspiegelden de besneeuwde bergtoppen zich.
En tja, nu, eind mei, is álles met sneeuw bedekt, het is een beetje mistig en maar twee graden boven nul. Dus gaan we maar vlug door naar Lom.
Slaat men bij Galdesand -19 km vóór Lom- rechtsaf, dan rijdt men de 15 km lange tolweg naar de berghut Juvasshytta. Juvasshytta ligt op 1.841 moh en vanhieruit worden van 1 juni tot 30 september wandeltochten georganiseerd naar de top van Noorwegen's hoogste berg: Galdhøpiggen = 2.469 moh.
De tocht duurt 7 uur. Op een gegeven moment gaat deze over een gletsjer met gevaarlijke kloven erin en wordt men “aangelijnd” met veiligheidstouwen: het is extreem gevaarlijk deze tocht op eigen gelegenheid te doen! Op de top van Galdhøpiggen staat een hut waar men o.a. ansichtkaarten met speciale postzegels kan kopen.
De minimumleeftijd is 7 jaar en het is niet toegestaan kinderen mee te nemen in een rugdrager. Mensen met hartproblemen wordt afgeraden de tocht te maken. Men vertrekt 's morgens om 9.00 uur met de gasten van Juvasshytta en om 10.00 uur en/of 11.30 uur met de overige liefhebbers (de tijden kunnen per datum verschillen).
Lom is een kleinere toeristenplaats met naar eigen zeggen “een bijzonder mooie staafkerk die ver buiten Scandinavië bekendheid heeft verworven”. In de kerk zijn pilaren die met houtsnijwerk zijn versierd en er is houtwerk dat is beschilderd met dieren en plantenmotieven.
Van hieruit nemen we wegno.15 richting Grotli. Grotli is eveneens het begin– of eindpunt van de toeristiche route “Gamle Strynefjellsveg”: als u afslaat linksaf op wegno.258.
Gamle Strynefjellsvegen is aangelegd tussen 1881 en 1894. Deze eeuwenoude weg voert u over kleine bruggetjes langs steile berghellingen en zomerskigebieden. Zo'n 15 km van deze route is onverhard.
De route Gamle Strynefjellsvegen hebben we niet gereden -er ligt nog te veel sneeuw-, maar hij wordt als heel aardig beschreven in de ANWB–reisgids Noorwegen ISBN 90.18.00277.1:
“Wegno.258 tussen Stryn en Grotli voert over de zuidflank van de 1665 meter hoge hoogvlakte Strynefjell. Het is een weg van tegenstellingen.
Als u vanuit het oosten komt -de mooiste aanloop- begint de route over de berghelling in het onherbergzame en dikwijls koude Grotli. Over een kaal plateau rijdt u naar een hoogte van 1139 meter, vlak onder de gletsjer met Kaart kart.finn.no: locatie van de gletsjer Tystigbreende naam “Tystigbreen” (= 1898 meter). Eind juni worden hier op de gletsjersneeuw nog skiwedstrijden gehouden.
Na het “Høyfjellshotel Videseter” daalt de weg max. 9% -ongeschikt voor caravans, zie de tunnel hierna- en krijgt u een schitterend uitzicht voorgeschoteld. Beneden ligt het Viredal en aan het eind daarvan het meer Strynsvatn met op de oever het kerkje van Oppstryn.
Kaart google.nl/maps: locaties tunnels langs wegno.15 - Hotel Videseter - kerkje van OppstrynInmiddels zijn onder de Strynefjell -langs wegno.15- tunnels aangelegd die het meer Langevatn verbinden met het hiervoor genoemde Videseter. Deze tunnelweg is het gehele jaar door geopend en ook geschikt voor caravans. De oude wegno.258 blijft echter de mooiste”.
Tot zover de ANWB–reisgids.
Afijn, wij gaan gewoon verder met wegno.15 van Grotli naar Geiranger. Het hoogste punt ligt hier op 1038 meter en in juni worden hier ook zomerskiwedstrijden gehouden. Dit is een traject waarvan de ANWB wederom aangeeft dat het minder geschikt is voor caravans. 's Winters is het zelfs vaak afgesloten. Dit kunnen we begrijpen, want zelfs nu in mei ligt er nog drie meter sneeuw.
Als de sneeuw, die er nu ligt, gesmolten is, schijnt er aan het eind van het meer Djupvatnet een wegwijzer zichtbaar te zijn die de route naar de top van de “Dalsnibba” op 1465 meter aangeeft. Het is een tolweg met hellingen van max. 12%. Vanaf dat punt wordt men bij helder weer een fantastisch uitzicht beloofd.
Iets wat we ook gemist hebben doordat alles onder een dik pak sneeuw ligt, is een 9½ meter diepe grot bij de Blåfjell.
Afijn, de afdaling naar Geiranger begint: twintig (!!) haarspeldbochten en een hellingspercentage van acht. Deze weg kwam al in 1885 gereed: een prachtig staaltje wegenbouw voor die tijd.
In de afdaling, even voor Geiranger, zien we de “Flydalsjuv: de overhangende rots van Geiranger”. Dit is het kleine, ver uitstekende rotsplateautje, dat op talloze brochures en ansichtkaarten staat afgebeeld, met de Geirangerfjord als achtergrond.
Flydalsjuvet is tegenwoordig een ingericht uitkijkpunt met parkeerplaats en veiligheidshekken.
Geiranger -wat ook wel “Merok” wordt genoemd- is voor ons de noordelijkste bestemming in deze vakantie. Het is een klein dorpje dat bijna geheel van het tourisme leeft. De fjord naar Geiranger is zo diep dat er grote cruiseschepen kunnen aanmeren.
Er is een wandeling (heen en terug 4 tot 5 uur) naar de Storsæterfoss: Kaart kart.finn.no - locatie waterval Storsæterfosseen dertig meter hoge waterval waar men omheen kan lopen.
Het is 's middags half vier en we kunnen de boottocht door de Geirangerfjord, van Geiranger naar Hellesylt, nog doen. Het is een mooie overtocht van een uur.
De fjord kronkelt zich tussen de majestueuze bergen door. Hier en daar zijn de wanden bijna loodrecht. Het is een prachtig gezicht als het smeltwater van de toppen naar beneden komt: watervallen dus. We zien de waterval “Syv Søstre”: de Zeven Zusters zijn zeven verschillende watervallen die naast elkaar naar beneden daveren. En de waterval “Friar”, oftewel “de Vrijer”. In Hellesylt is de “Brudesløret”, “de Bruidssluier” (omdat deze waterval onderaan heel breed uiteenloopt).
Er liggen ook nog “Syv Søstre” in de provincie Nordland: in de Alstahaug-kommune, omgeving Sandnessjøen: het betreft daar een bergketen met zeven toppen. We vertellen er meer over verderop in ons verhaal onder 2.11 provincie Nordland.
De Geirangerfjord is samen met de Nærøyfjord in 2005 toegevoegd aan de lijst met Werelderfgoed van de UNESCO. Over de Nærøyfjord vertellen we meer verderop in ons verhaal onder 2.4 provincie Sogn og Fjordane III.
Werelderfgoed is cultureel en natuurlijk erfgoed dat wordt beschouwd als onvervangbaar, uniek en eigendom van de hele wereld, en waarvan het van groot belang wordt geacht om te behouden. Alleen erfgoed dat is ingeschreven op de Werelderfgoedlijst van UNESCO mag deze titel dragen. De lijst wordt jaarlijks samengesteld door de Commissie voor het Werelderfgoed, die bestaat uit vertegenwoordigers van 21 landen. Plaatsing van een monument op de Werelderfgoedlijst levert geen geld op. Ieder land is zelf verantwoordelijk voor bescherming en behoud van de eigen monumenten. Wel is er een speciaal fonds (het Werelderfgoedfonds) voor hulp bij urgente bedreigingen.
Na de “Silver Cruise” in 1993 ter ere van het zilveren huwelijk van de Noorse koning en koningin heeft de route door het Norangsdal de naam “Dronningruta” gekregen (dronning = koningin, konge = koning).
Men gaat als men in Hellesylt van boord gaat -wegno.60- 4 km verderop bij Tryggestad rechtsaf op wegno.655.
Eerst rijdt men door het Nibbedal. Het volgende is het Norangsdal, één van de smalste dalen van Noorwegen: aan weerszijden stijgen imponerende rotswanden op.
In het Norangsdal staan bij Urasætra en Stavbergsætra verscheidene hutjes uit het begin van de 19e eeuw. Ze hebben allemaal de bekende grasdaken en zijn half-ondergronds gebouwd. Hierin overnachtten de meisjes die 's zomers met de koeien de bergweiden opgingen.
Het meer Lyngnstøylvatn is ontstaan op een slechte dag in 1908. Grote stukken rots zijn toen van de berg “Keipen” gegleden en zorgden in het dal voor een aardverschuiving. De grootste brok rots van deze brok ellende heeft van de lokale bevolking een inscriptie met datum én de naam “Gangerolf” gekregen: de Noorse naam voor de legendarische Rollo, een waarschijnlijke voorvader van Willem de Veroveraar. Tegenwoordig zijn op de bodem van het heldere meer nog steeds de paden en resten van boerderij “Norang” en van verschillende berghutjes te zien.
Hotel Union in Øye -aan het zuidelijke puntje van de Norangsfjord, vanaf wegno.60 is dit 18 km- wordt al sinds 1891 bezocht door leden van veel Europese vorstenhuizen.
· Er is ook een Dronningsruta op de eilandengroep Vesterålen: een wandeltocht tussen Nyksund en Stø. We vertellen er meer over verderop in ons verhaal onder 2.11 provincie Nordland.
Aan de noordzijde van de Norangsfjord een zijarm van de Hjørundfjord vaart over de Hjørundfjord de veerpont van Leknes -of Lekneset- naar Sæbo.
Vanuit Sæbo kan men de Sunnmørs Alpen ruimschoots verkennen. Wandelingen worden beschreven op orstainfo.no onder het kopje “activities”.
De echte kilometervreters -of gewoon de mensen die nog wat meer tijd hebben - kunnen vanuit Geiranger nog doorrijden naar het noordelijker Åndalsnes. Dit heet “de Gouden Route”. Deze route bestaat uit twee tochten die de moeite waard lijken.
Het eerste gedeelte, van Geiranger naar het noordelijkere Eidsdal, heet “Ørnevegen (= de Arends– of Adelaarsweg). Een 26 kilometer lange weg die met elf haarspeldbochten weer tot de schoolvoorbeelden van vakkundige wegenbouw behoort. Draaiend en stijgend, met steeds een verrassend uitzicht op de Geirangerfjord. Tegen de vrij steile bergwanden liggen als adelaarsnesten verschillende kleine boerderijtjes.
Over de bergrug begint de “rustiger” afdaling naar Eidsdal, waar de veerboot naar Linge wacht: een overtocht van een kwartier over de Nordalsfjord, een zijarm van de Storfjord. Vanuit Linge bereikt u, de fjordoever naar het oosten volgend, Valldal: het vertrekpunt voor “de zo mogelijk nog spectaculairdere bergovergang naar Åndalsnes”.
(N.B. de ANWB–Reisgids wijst ons en u erop dat deze “waarschijnlijk bekendste bergweg van Noorwegen” het meest tot de verbeelding spreekt als men deze route vanuit het noorden begint. Tevens: stijgingspercentage max. 10%, niet geschikt voor caravans, 's winters gesloten).
Dit tweede gedeelte van de Gouden Route loopt zoals gezegd van Valldal naar Åndalsnes, het is 56 kilometer lang en het passeert “Trollstigen” = het Trollenpad / de Trollenladder / de Weg van de Trol.
We vertellen meer over Trollstigen verderop in ons verhaal onder 2.5 provincie Møre og Romsdal II.
De naam trol (in het Noors “troll”) komt in veel geografische namen voor, zoals Trollstigen, Trollveggen, Trollheimen, Trollfjord, Trolldalen en Trollvatnet.
De diepe fjorden, de woeste bergen en de donkere bossen verbeeldden het “geheimzinnige”.
De trol was heel vroeger de vijand van de goden en van de mensen.
Soms groter dan een kerktoren, soms kleiner dan een muis ... .
Na de invoering van het christendom werd men geacht geen aandacht meer te besteden aan deze geheimzinnige wezens.
In de volkssprookjes van rond 1840 worden ze voor het eerst anders bejegend: als men vriendelijk voor ze is hebben ze het voortaan zelfs goed met ons voor!
De tekenaar en schilder Theodor Kittelsen (1857 - 1914, uit Kragerø = aan het Skagerrak in de provincie Telemark) gaf de trol vervolgens zijn huidige gezicht. De trol kon zo uitgroeien tot een groot nationaal symbool.
Al met al ... blijven deze wezens oerdom en zwaar behaard, leven ze nog altijd in de bergen en roven ze nog altijd graag mooie meisjes. Overdag moeten die dan spinnen en 's nachts moeten die de trollen op het hoofd krabben ... .
Om nog maar niet te praten over die trollen die je tegenkomt op de bodem van meren, onder bruggen en in eenzame berghutten ... .
Waarschijnlijk kunnen we nog het beste te doen hebben met de trollen die in de holen leven en graag feestvieren (deze lijken op onze kabouters maar ze hebben een staart en een lange neus).
Alle trollen hebben gemeen dat ze pas na zonsondergang tevoorschijn mogen komen en ook weer moeten verdwijnen voor het licht wordt. Trollen die vergeten zich voor het daglicht te verstoppen, verstenen ter plekke.
Ook beschikken ze allemaal over bovennatuurlijke krachten. Daarom is het raadzaam ze niet boos te maken: ze kunnen veel kwaad aanrichten ... .
En vandaar dat er geen kwaad woord over onze lippen komt ... over deze lelijkerds ... .
Vanuit Åndalsnes -dus het eindpunt van de Gouden Route- is het 130 kilometer naar Ålesund aan de westkust. Voor de kust bij Ålesund liggen talrijke eilanden met pittoreske vissersdorpen. Verder uit de kust ligt het eiland Runde met de enige vogelrots van zuidelijk Noorwegen: de Rundebrand. Er nestelen een half miljoen vogels per jaar: de papegaaiduikers zijn de echte publiekstrekkers. De rots is te voet bereikbaar, maar men kan er ook per boot omheen varen. Echter, al in augustus vertrekken de vogels naar warmere streken.
De Gouden Route en deze hoek van Noorwegen schijnen echt heel aardig te zijn, en een volgende keer zullen we er misschien ook wel een kijkje gaan nemen. Verder weten we er nu weinig meer over te vertellen, dus: einde verhaal.
Als we in Hellesylt van boord gaan rijden we géén Dronningruta -helaas gemist: hebben we nog niet van gehoord- maar we gaan met wegno.60 richting Hornindal. We komen uiteindelijk terecht in een breder dal, met aan weerszijden licht oplopend terrein. In Hornindal houden we het voor deze dag voor gezien.
Er is een ruime keus aan accomodatie: we kiezen voor “Knausen Hyttegrend” van de familie Tomasgard en treffen een ruim onderkomen met, naast de centrale verwarming, een gezellige houtkachel. Tot nu toe hebben we in de vakantiehuisjes meestal alleen c.v. gezien: waarschijnlijk ook i.v.m. brandgevaar? Rondom het huisje is een mooie veranda.
Onze afstand tussen Hafslo en Hornindal is 255 km. = 2138 km.
(øy = eiland) Wegno.60 volgen we naar het zuiden en we rijden zo een stukje langs het Hornindalsvatnet. Vanaf het kruispunt waar men met wegno.15 westwaarts kan, is het met wegno.15 westwaarts nog 80 km naar het eiland Vågsøy en met wegno.60 zuidwaarts nog 55 km naar de Briksdalbre.
We vertellen meer over Vågsøy en Stadlandet verderop in ons verhaal onder 2.4 provincie Sogn og Fjordane III
30 mei '00 Kaart google.nl/maps:
route Knausen Hyttegrend in Hornindal - gletsjer Briksdalbreen -
Kvamshaugen Herberge og Hytter in Hafslo (= provincie Sogn og Fjordane) Wegno.60 volgen we naar het zuiden en we rijden zo een stukje langs het Hornindalsvatnet. Het is met 514 meter het diepste binnenmeer van Europa.
Via Stryn en Loen bereiken we Olden.
De prachtige foto's in de “VVV”–folders, die we van onze vorige vakantie in augustus 1999 hebben meegebracht, lokken ons vandaag naar de Briksdalbre. |
Vanaf Olden loopt langs de oever van het meer Oldenvatn een doodlopende weg naar een parkeerplaats. Bij deze parkeerplaats staan een souvenirwinkel en een restaurant. Hier kan men zich aanmelden voor een gletsjerwandeling–onder–begeleiding. Ook is er gelegenheid zich verder met paard en wagen naar de gletsjer te laten rijden.
In de loop der jaren zijn de paard en wagentjes vervangen door electrokarretjes.
Maar een wandeling ernaartoe is goed te doen: ongeveer drie kwartiertjes. Langs deze wandelroute staat aangegeven tot waar de gletsjer zich 100 jaar geleden bevond.
Eenmaal aangekomen bij de bre, overtreft deze onze verwachtingen: het is één grote ijsmassa, geweldig mooi.
kloven in de gletsjer foto: onbekend |
Aan de voet gaan er twee–manshoge kloven de gletsjer in: als we er inlopen is het een kakofonie van stromend, sijpelend en druppelend water. De kleuren zijn ook schitterend. |
kloven in de gletsjer foto: © Arve Tvedt |
En natuurlijk willen we ook een stukje óp het ijs lopen, hetgeen hier is toegestaan. De gletsjer is helemaal op eigen gelegenheid te bezichtigen: niemand legt de toeristen een strobreed in de weg.
Nagenietend van deze indrukwekkende omgeving wandelen we terug naar de parkeerplaats.
Kaart google.nl/maps:
route Olden - Byrkjelo - Norsk Bremuseum in Fjærland - Kvamshaugen Herberge og Hytter in HafsloWe gaan weer verder met de auto -maar eerst natuurlijk weer terug naar Olden-. Het blijkt andermaal een mooie route te worden.
Wegno.60 naar Utvik is een hoog traject met fraaie uitzichten op de veel lager gelegen Innvikfjord. Vervolgens wordt er voorbij Byrkelo en voorbij Skei met wegno.E39 uit een ander vaatje getapt. De weg loopt eerst door een smal dal, tussen majestueuze bergwanden ingeklemd. Verderop wordt het dal breder en zien we aan weerszijden meer weilanden. En hoewel dit als snelweg wordt aangemerkt, hebben we, zoals zo vaak in Noorwegen, “de wereld helemaal voor ons zelf”.
Kaart google.nl/maps - locatie Gåsemyr CampingTijdens de vakantie van ons deel 2 = 2.4 provincie Sogn og Fjordane III verblijven we tussen Byrkjelo en Skei op “Gåsemyr Camping”.
Naast drie hyter heeft de camping ook een gloednieuw wasgebouw aan de oever van een particulier meertje (ôhh, douchen zonder lastige muntjes!). Romdom het wasgebouw is een veranda gebouwd en hier staan de tuinstoelen al te wachten , wat een gastvrijheid!
Wegno.5 loopt langs de oever van de Kjønesfjord. Hier lijkt weer een andere tong van de Jostedalsbre haar smeltwater in te lozen. Direkt hierna volgt de Fjærlandstunnel, die ons 6390 meter onder de grote ijsmassa's door laat rijden. Bij de uitgang van de tunnel: jawel hoor, een gletsjer: Bøya(r)breen. Wederom blijven we een poosje kijken.
In het verderop gelegen Fjærland is het gletsjer-informatiecentrum “Norsk Bremuseum” te bezichtigen.
Bij Fjærland “ontkomen” we niet aan het “bomstasjon”. Oftewel: tolstation ad hfl. 35,––. Maar ja, aangezien er op wegno.5 geen alternatief is ... .
Het uitzichtspunt bij Bjåstad verschaft ons eerst nog een mooi uitzicht op de Fjærlandsfjord: een 30 km-lange zijarm van de Sognefjord.
Vervolgens rijden we door de 6750 meter lange Frudalstunnel.
Kaart google.nl/maps:
locaties Kvamshaugen Herberge og Hytter in Hafslo en Eplet Bed & Apple in SolvornHierna houden we het voor vandaag voor gezien. We zoeken camping Kvamshaugen, aan wegno.55 in Hafslo (dertien kilometer voorbij Sogndal), weer op en nemen hetzelfde huisje dat we gisterochtend verlaten hebben. De ruime blokhut is ons blijkbaar goed bevallen.
Onze afstand tussen Hornindal en Hafslo is 233 km. = 2371 km.
Men kan overvaren vanaf het nabijgelegen Solvorn naar Urnes. Wij hebben het niet gedaan, maar voor de liefhebbers: de staafkerk van Urnes uit ca. 1150 is het oudste nog overgebleven exemplaar in Noorwegen -en dus ook wereldwijd ... -. Urnes stavkyrke beschikt over zestien staven en de portalen schijnen “grandioos bewerkt te zijn met ondefinieerbare monsters, verstrengeld met kronkelende takken, karakteristiek voor de Noordgermaanse ornamentiek”.
De UNESCO heeft de staafkerk van Urnes in 1979 op de Werelderfgoedlijst geplaatst.
31 mei '00 Kaart google.nl/maps:
route Kvamshaugen Herberge og Hytter in Hafslo - Lærdal - Hemsedal - Geilo -
Brøstrud gård in Brøstrud (= provincie Buskerud) De volgende dag rijden we vanuit Hafslo terug naar Sogndal en nemen dan wegno.5 naar Kaupanger. Wij hebben 'm gemist, maar in Kaupanger staat ook een staafkerk: één met maar liefst twintig staven.
Vervolgens varen we bij Mannheller de Sognefjord over naar Fodnes. Nog steeds wegno.5 leidt naar Lærdal, dit wordt ook wel Lærdalsøyri genoemd. Een “ør” of “øyr” is een plat stuk land waar een rivier uitmondt in zee -in dit geval in de Lærdalsfjord-.
· Lærdal heeft de oude wijk “Gamle Lærdal”. Een wijk met 160 houten huizen die zijn gebouwd tussen 1700 en 1800 staat onder bescherming van een soort momumentenzorg.
· De brand van 2014 ...
Lærdal is in januari 2014 getroffen door een grote brand. Wonderwel heeft iedereen het overleefd, maar door de harde wind heeft men niet kunnen voorkomen dat 35 woningen in de as werden gelegd. Zes of zeven waren van historische waarde.
Kaart google.nl/maps - locatie Norsk Villaks Senter in Lærdal· Lærdal heeft ook het “Norsk Villaks Senter”. Dit is een informatie-centrum over het leven van de Noorse zalm. Hoe vindt de zalm zijn geboortegrond weer? Waarom is de zalm rose? Waarom trekt de zalm naar zee om te fourageren?
Tevens is er een groot aquarium.
Om te mogen vissen in meren en rivieren óf op zalm heeft iedereen van zestien jaar en ouder twee visaktes nodig: een staatsvergunning is nodig om een plaatselijke visakte te kunnen kopen. De plaatselijke visakte is geldig binnen een bepaald gebied voor een bepaalde tijd. Beide vergunningen zijn verkrijgbaar bij de plaatselijke Turist Info, of anders bij de lokale sportzaken, kiosken of campings.
Over het algemeen is het vrij om te vissen langs de kust op zoutwatervis met een hengel of handsnoer.
Bent u van plan te gaan vissen? Eén en ander ligt soms wel iets ingewikkelder ... : visitnorway.com heeft nadere informatie.
Vanuit Lærdal is het dorpje Flåm (= een topper !) eenvoudig te bereiken via:
We vertellen meer over deze omgeving verderop in ons verhaal onder 2.4 provincie Sogn og Fjordane III.
Vervolgens brengt wegno.E16 ons in Borgund, waar we de staafkerk bewonderen. Overigens samen met nog veel meer touristen; zal het vakantieseizoen dan toch op gang komen?
De kerk is voltooid tussen 1150 en 1180 en is veruit de best bewaard gebleven staafkerk in het land. Zij heeft een pagode–achtige dakconstructie met daarop drakenkoppen uit de achttiende eeuw.
Naast de kerk staat een middeleeuwse klokketoren.
Oorspronkelijk hadden de staafkerken kleine of helemaal geen klokken. De grotere klokken die later kwamen waren te zwaar voor de houten constructie en werden opgehangen in een apart torentje. Soms ook hadden de gemeenten niet meteen het geld voor een klok en werd er bij een latere aanschaf alsnog een klokketoren gebouwd.
Later bij de bouw van stenen kerken was een losse klokketoren gewoon gewoon.
De staafkerk van Borgund is gewijdt aan Sint Andreas: de schutspatroon van de spinsters, zangers, metselaars, zeilers, vissers en vishandelaren.
Sint Andreas wordt aangeroepen voor huwelijksgeluk en tegen krampen, nekstijfheid, jicht en rodeloop.
Het is even doorrijden naar Borlaug en dan slaan we af, wegno.52 naar Gol. Met dit afslaan blijken we afscheid te nemen van het landschap. We hebben vandaag tot nu toe berghellingen gezien met redelijk veel bebossing, hier en daar groene weilanden en daartussen stukken tuinbouw.
We hebben er een route-kaartje bij gemaakt ... ... met google.nl/maps.
Slaat men bij Borlaug niet af zuidwaarts op wegno.52 maar vervolgt men eerst met wegno.E16 vervolgens kan men of wegno.E16 nog even vasthouden of men neemt vanaf Nedre Dalen aan de noordoever van het meer Vangsmjösi wegno.293 verder en kiest men daarna voor wegno.51 dan komt men:
· na 95 km door de bekende vakantieplaats Beitostølen
Kaart kart.finn.no - locatie Jotunheimvegen· na totaal 109 km voorbij de afslag oostwaarts naar wegno.425 = Jotunheimvegen: een 45 kilometer lange particuliere tolweg door het gebied Jotunheimen
· na totaal 128 km voorbij het meer dat Gjende heet: hier maken jaarlijks 40.000 (!!) wandelaars de tocht naar Besseggen
· na totaal 156 km bij Ridderspranget: een kloof waar de Sjoa-rivier doorheen raast met draaikolken en stroomversnellingen
We vertellen er uitgebreid over -in omgekeerde volgorde ... - verderop in ons verhaal onder 2.7 provincie Oppland III.
Bij Borlaug slaan we als gezegd af van wegno.E16 naar wegno.52. Nu komen we terecht op de Hemsedalfjell, de hoogvlakte met de rivier de Hemsil. Hier ligt niet zo veel sneeuw en kunnen we eindelijk eens van de Noorse hoogvlaktes genieten. De rotsblokken zijn begroeid met “gif”–groengekleurd mos. Hoe dit mos heette, zijn we vergeette . Maar we vinden het wel mooi.
Kaart google.nl/maps - locaties Gol en Torpo stavkyrkeHet plaatsje Gol is een uithoek van het bekende wintersportgebied dat rond Geilo ligt. In Gol staan verspreid heel veel vakantiehuisjes, ook van particulieren zelf.
Bij Gol slaan we “rechtsaf” op wegno.7 en rijden we door het Hallingdal.
Wij hebben 'm gemist, maar in het gehuchtje Torpo staat een staafkerk uit 1195: één met veertien staven. De kerk er vlak naast is gebouwd in 1880.
Hallingdal, Sognefjord, Hardangerfjord en Norefjell vormen samen “Fjell Noorwegen”: het veelzijdige berggebied tussen Oslo en Bergen. De brochure van Fjell & Fjord voorziet in een prima overzichtskaart.
Wegno.7 brengt ons vervolgens in Geilo.
Ten zuidwesten van Geilo ligt de Hardangervidda. Het is de grootste hoogvlakte van Europa. Van de 9000 km² is 3500 km² Nationaal Park en dus afgesloten voor gemotoriseerd verkeer.
Bergwandelaars kunnen op de hoogvlakte met de talloze meren en de lange, golvende bergpartijen hun hart ophalen. In het gebied vindt men uitgezette routes en er zijn veel overnachtingshutten.
Kaart google.nl/maps: route Geilo - Hardangervidda Natursenter in Øvre Eidfjord85 Km ten westen van Geilo staat in Øvre Eidfjord (= ook aan wegno.7 maar in de provincie Hordaland) het informatiecentrum “Hardangervidda Natursenter”. Er is o.a. een aquarium en men toont in een grote filmzaal een prachtige panoramafilm op vijf beeldschermen met daarin een helikoptervlucht over de Hardangervidda.
Kaart cyclingnorway.no - fietsroute Numedalsruta = van Geilo naar LarvikIn Geilo start de 280 km lange fietstocht “Numedalsruta”. Deze voert naar het zuiden: via Kongsberg naar Larvik aan de kust (hoogteverschil tussen Geilo en Larvik is 1000 meter). De tocht volgt voor een groot deel de rivier Numedalslågen en gaat meestal over rustige wegen.
Aan wegno.40 richting Dagali treffen we een camping die is verlaten. Het is echter gelegen op een schitterende lokatie: pal naast een ruig stromend riviertje waar veel rotsblokken in liggen. En dus gaan we een kijkje nemen.
We hebben al gezien dat het verlaten is, maar het blijkt ook goed verwaarloosd te zijn: van de hytter zijn alleen nog bouwvallen over. Uiteindelijk besluiten we de camping maar om te dopen in “Het Vlooientheater”. Echter: een ondernemend iemand zal er, gezien de lokatie, ooit wel eens iets heel moois van maken!
Kaart google.nl/maps - locatie Brøstrud gårdAfijn, we gaan weer verder maar al snel stoppen we er toch mee als we een stukje voor Uvdal “Brøstrud gård og pensjonat”, ontdekken. Er worden ook hytter verhuurd, maar Evert zou Evert niet zijn als hij niet regelt dat we in het grotere woonhuis mogen overnachten. Het blijkt met antiek Noors te zijn ingericht, erg leuk om dat eens mee te maken.
Onze afstand tussen Hafslo en Brøstrud is 258 km. = 2629 km.
1 juni '00 Kaart google.nl/maps:
route Brøstrud gård in Brøstrud - Kongsberg - Notodden -
staafkerk van Heddal - Øystul Camping in Tuddal (= provincie Telemark) De volgende dag volgen we wegno.40 naar Uvdal en wegno.364 zuidwaarts. Tussen Austbygdi en Ormemyr drinken we onze koffie op een parkeerplaats met uitzicht op het meer Tinnsjøvatnet. Kaart kart.finn.no - locaties wegno.364 (waar wij nu rijden) en berg GaustatoppenEn warempel, daar zien we in de verte de berg Gaustatoppen, onze eindbestemming van vandaag, al liggen. Er ligt wel verdacht veel sneeuw op, maar we zullen zien ... .
We maken een kleine omweg met wegno.37 naar Kongsberg. Het is een touristisch stadje en we nemen er een kijkje.
Kaart google.nl/maps: route Uvdal - Kongsberg (via het Numedal) Kaart kart.finn.no - locatie NumedalTijdens de vakantie van ons deel 2 = 2.3 provincie Buskerud II rijden we Kongsberg - Uvdal: (dus in tegengestelde richting) door het prachtige Numedal, met wegno.40 in plaats van wegno.364.
In het Numedal staan drie staafkerken: in Rollag, Nore en Uvdal.
De route door het Numedal is mooier .
Kaart google.nl/maps - locaties staafkerk van Heddal (= provincie Telemark)
+ Koningsmijn in Saggrenda
+ Bergverksmuseet = het Mijnmuseum in Kongsberg
+ Blaafarveværket Museum in Åmot in de gemeente Modum Kaart norsk-bergverksmuseum.no - locatie van het Mijnmuseum “Bergverksmuseet”In het centrum van Kongsberg is in een oude zilversmelterij “Bergverksmuseet” (= het Mijnmuseum) gevestigd. Er zijn werktuigen en zilveren voorwerpen te zien.
In het 8 km ten westen van Kongsberg gelegen Saggrenda -aan wegno.E134- werd tussen 1623 en 1958 ongeveer 1.350.000 kg zilvererts gewonnen dat vervolgens in Kongsberg werd verwerkt. De mijnen in Saggrenda zijn niet meer in bedrijf, maar nog wel te bezoeken. De ingang van de Koningsmijn ligt op een hoogte van 250 meter. Met een mijntreintje kan men een rit maken tot 2300 meter diep in de mijn en 340 meter onder de grond.
40 Kilometer ten noordwesten van Kongsberg werd ook het blauwe kobalt gewonnen. De kobaltmijnen zijn nog te bezoeken en in het Blaafarveværket Museum is ook een atelier gevestigd. Laatstgenoemde vindt men in Åmot in de gemeente Modum -niet verwarren met Åmot in Telemark!-, aan wegno.287 = zijweg van wegno.35. De Koboltgruvene vindt men daar vlakbij.
Kaart google.nl/maps:
route Notodden - staafkerk van Heddal - Øystul Campign in TuddalWegno.E134 brengt ons naar Notodden. Onderweg treffen we nog een eland. Het is de eerste eland die we zien, en gelijk ook een dode: vanochtend om elf uur aangereden door een auto. Op de snelweg nog wel! Het beest zal volgens de boswachter worden opgehaald door de slager. Arm beest. En arme automobilist: waarschijnlijk de auto in puin en dan volgt er ook nog een boete wegens het aanrijden van een eland.
Wegno.E134 loopt van Drammen naar Haugesund aan de westkust. Deze en aangrenzende gebieden worden uitgebreid belicht in de brochure “Haukelivegen”.
Kaart google.nl/maps - locatie staafkerk van HeddalVoorbij Notodden is er de staafkerk van Heddal, gebouwd in 1142. Het is het grootste bewaard gebleven exemplaar van Noorwegen en één van de meest bezochte attracties van datzelfde Noorwegen. Het wordt de “kathedraal van de staafkerken” genoemd.
Het portaal is versierd met ineengestrengelde fabeldieren in houtsnijwerk; ze beelden de strijd uit tegen de kwade geesten. Het binnenste van de kerk is versierd met oude muurschilderingen en met traditionele rozen–schilderingen uit de 17e eeuw.
Een oude stoel, bekend als de bisschopsstoel, staat nog bij het koor. Veel van de andere gebruiksvoorwerpen bevinden zich in musea te Oslo.
Kaart google.nl/maps - locatie Øystul Camping in TuddalVoorbij Ørvella en Sauland slaan we rechtsaf wegno.651 in naar Øystul -richting Tuddal en Rjukan-. Het is een smallere bergweg, met mooie vergezichten naar het Tuddalsdal beneden.
We verblijven op de kleine Øystul Camping. Hier zijn het eenvoudige hytter, met de sanitaire voorzieningen op de camping. Dit vinden we prima: het herinnert ons weer aan eerdere heel plezierige tentvakanties.
Onze afstand tussen Brøstrud en Øystul is 212 km. = 2841 km.
2 juni '00 De volgende dag zal het er dan van komen: we zoeken een paar kilometer verderop de Gaustatopp op. Gaustatoppen is een berg. Vanaf de top kun je bij helder weer uitkijken over bijna heel Zuid–Noorwegen en Jotunheimen: éénzesde deel van heel Noorwegen.
We parkeren de auto bij het Heddersvatn. Maar ja, we hadden het kunnen weten: sneeuw, heel veel sneeuw. En zo is er geen beginnen aan. Natuurlijk beginnen we er wel aan , maar het gevolg is natte voeten. Ontzettend jammer, pech gehad.
In de zomer komen hier wel 15.000 wandelaars.
In 1999 zijn we hier begin september geweest en het leverde toen een fantastische dag op.
De auto werd geparkeerd op 1173 meter hoogte, de berg is 1881 meter hoog: dus 700 meter leek ons maar een klein eindje lopen. Wel jammer eigenlijk, zo kort ... .
Maar al met al zijn we, op ons gemakkie, heen en terug toch vijf uur onderweg geweest.
Het pad bestond alleen uit keien. Onderweg liepen er schapen los: het geklingel van de bellen kon je al van ver horen.
Eenmaal bovengekomen, hadden we in eerste instantie wel de pech dat het ondertussen mistig was geworden. Naar het oosten was het uitzicht prachtig, maar naar het westen was er niets. Echter, we hebben toch nog ontzettend genoten.
Boven was het dus mistig, het was guur en de wind loeide. De berg liep aan de westkant steil af, er leek alleen een donker gat te zijn. Het was onvoorstelbaar. Om het spaansbenauwd van te krijgen: we gingen voetje voor voetje lopen!
Op de top, in de “Gaustahytta”, dronken we een kom warme chocolademelk. Men kan er ook overnachten: het is een bediende berghut.
Begin augustus wordt jaarlijks de “Norseman Xtreme Triathlon” gehouden:
3 juni '00 Kaart google.nl/maps:
route Øystul Camping in Tuddal - Rjukan - Totakmeer - standbeeld Myllarguten in Arabygdi -
rotsmassa Urdbøurdi - Hyllandsfoss Camping in Åmot (= provincie Telemark) Afijn, het is nu dus juni 2000. Na de mislukte bergwandeling van gisteren rijden we vandaag een betrekkelijk korte autorit.
We verlaten Øystul noordwaarts en dalen met haarspeldbochten af naar Rjukan. Het is een klein stadje. Het ligt zo diep in het nauwe dal, dat de mensen in de periode van oktober tot en met maart geen straaltje zonlicht zien.
Voorbij Rjukan (wegno.37 naar Rauland) is een waterval weggewerkt in een groot buizenstelsel. Een centrale wekt zo groene stroom op.
Dan toch eindelijk winterzon voor Rjukan!
In oktober 2013 zijn er drie spiegels van 17 vierkante meter op de bergtoppen geplaatst. Een helikopter heeft ze naar boven getakeld.
De reflecterende schermen draaien op zonne-energie, volgen automatisch het zonlicht en kunnen zo het stadsplein van Rjukan van daglicht voorzien.
Rjukan heeft in de Tweede Wereldoorlog een grote rol gespeeld. Noorse verzetsstrijders hebben de fabriek van Norsk Hydro opgeblazen. Een beslissend moment in de oorlog, want hier werd door de Duitsers “zwaar water” vervaardigd, dat onmisbaar schijnt te zijn bij de productie van kernwapens. De actie is in 1965 verfilmd in “The Heroes of Telemark” met Kirk Douglas.
In het bij de waterkrachtcentrale gelegen museum is een tentoonstelling gewijdt aan deze sabotage–actie.
Rjukan is samen met Notodden (zie aan het begin van deze provincie) in 2015 toegevoegd aan de lijst met Werelderfgoed van de UNESCO.
We rijden langs de oevers van de meren Skardfoss en Møsvatnet. Wegno.37 gaat door de gemeente Rauland.
Vervolgens plakken we er nog een rondje aan vast via wegno.362 langs het grote Totakmeer, een mooie route.
Bij een parkeerplaats in Arabygdi staat een enorme sculptuur van de violist Torgeir Augundsson (1801 - 1872). Zijn vader was molenaar en zo was zijn artiestennaam “Myllarguten: de molenaarsjongen”. Op het naastgelegen boerderijtje “Kosi” heeft hij gewoond: dat is nu een museumpje: “Myllarheimen”.
Kaart kart.finn.no - locatie UrdbøuriEr is een “stroom” grote rotspartijen die tijdens de laatste ijstijd de vallei in is geduwd door het kruiende ijs. Deze rotsmassa is Urdbøuri genoemd en het is de grootste natuurlijke dam van Noord-Europa. Het is de scheiding tussen het Totakmeer en het Urdbøtjønni-meer. Je kunt eroverheen wandelen (klauteren?) van het ene meer naar het andere.
Kaart google.nl/maps - locatie Tallaksbru CampingIn 1999 hebben we in Haukeli(grend) gekampeerd op de “Tallaksbru Camping” (ligt op de T–splitsing van wegno.9 zuidwaarts -Haukeli – Kristiansand = 243 km-, en wegno.E134 Oslo – Haugesund). Op de camping overheerste het geluid van wild stromend water. We vinden dat wel mooi. Er zijn ook hytter in de verhuur.
We rijden wegno.E134 oostwaarts: deze loopt van Drammen bij Oslo naar Haugesund aan de westkust. Deze en aangrenzende gebieden worden uitgebreid belicht in de brochure “Haukelivegen”.
We bereiken onze eindbestemming voor vandaag: Åmot. Langzamerhand komen we weer in meer herbergzamere streken terecht = minder hoge bergen en minder sneeuw. De zon schijnt op het verse voorjaarsgroen en op de weilanden van de provincie Telemarken. En al schrijven we er niet altijd over: in Noorwegen zien we altijd en overal water: beken, rivieren, meren of watervallen. Richting Åmot is het ook weer een lust voor het oog, met nu ook meer huizen op de oever van de rivier.
Kaart google.nl/maps - locatie Groven Camping og Hyttegrend in ÅmotIn Åmot slaan we bij het benzinestation linksaf en proberen “Groven Camping og Hyttegrend”. In 1999 hebben we hier met ons tentje gestaan. Toen waren we helemaal “lyrisch” over de hytter. Er zijn allemaal verschillende soorten stabburs, zoals we ze door heel het land hebben gezien. De daken zijn bedekt met graszoden en soms begroeid met weidebloemen. Misschien dat ze van binnen een tikkeltje donker zijn, maar dat hadden we op de koop toe genomen. Echter, de hytter zijn nu, in het weekend na Hemelvaartsdag, bezet.
Kaart google.nl/maps - locatie Hyllandsfoss Camping in ÅmotUiteindelijk treffen we het toch nog op een camping verderop in Hylland -wegno.37 2 km noordwaarts weer richting Rauland-. Deze stek en de vakantiehuisjes zijn er niet minder om: Hyllandsfoss Camping ligt pal naast de stroomversnelling van een beekje. “Onze” hytter is nog vrij nieuw: het ruikt nog heerlijk naar het hout waarvan het is gemaakt. Het is stralend weer en we wandelen naar het dorpje Åmot.
Onze afstand tussen Øystul en Åmot is 84 km. = 2925 km.
4, 5 juni '00 Kaart google.nl/maps: route van de rondrit op 5 juni =
Dalen, het meer Fyresvatnet en het meer Nisser De volgende dag breken we niet op van deze camping: een rustige dag in luilekkerland.
De dag erna maken we vanuit Åmot een rondrit met de auto.
(Over deze omgeving vertellen we meer verderop in ons verhaal onder 2.2 provincie Telemark II).
We volgen wegno.38 richting Dalen. Wijzelf hebben het helaas gemist, maar zijwegno.805 (= Ravnejuvvegen: richting het gehuchtje Gøytil) brengt u al na 7 km naar het natuurfenomeen Ravnejuvet: de kloof van de raven (juv = kloof, juvet = de kloof).
Vanaf de parkeerplaats volgt een wandelpad van amper 200 meter naar de top op 350 meter. Daar is een steile wand van 350 meter diep naar de rivier Tokkeåi.
Er vaart een opgaande luchtstroom door het ravijn. Hierdoor kan men gerust een bankbiljet naar beneden gooien: het waait terug over de bergrand heen.
Er wordt een mooi uitzicht beloofd.
Ravnejuvet is ook te voet bereikbaar vanuit Eidsborg: een wandeling van 4 km naar de top op 350 meter.
Men parkeert de auto 600 meter voorbij de staafkerk die is gewijdt aan St Nikolaas: de schutspatroon van de reizigers (zie hieronder meer daarover).
Kaart google.nl/maps - locatie DalenWegno.38 brengt ons naar Dalen. Het is het eindstation van de boottocht vanuit Skien over het Telemarkkanaal. Bij dit “kanaal” (± 130 km lang, geopend in 1892) is sprake van een waterweg die bestaat uit meren en gedeeltelijk gekanaliseerde rivieren. De boot passeert onderweg acht sluiscomplexen met achttien sluizen en overwint daarbij een hoogteverschil van 72 meter. Men kan fietsen langs de oevers van het kanaal. De boot neemt fietsen mee, als de ruimte het toelaat.
We vertellen meer over het Telemarkkanaal verderop in ons verhaal onder 2.2 provincie Telemark
In Dalen nemen we een kijkje bij het imposante “Dalen Hotel”, dat is versierd met drakenkoppen en een oosterse uitstraling heeft. Het hotel dateert uit 1894 en is gerestaureerd in 1994.
Vanuit Dalen kan men linksaf slaan, wegno.45, en Eidsborg bezoeken. De staafkerk van Eidsborg is gewijdt aan Sint Nikolaas van Bari, -“Nikloes” in het plaatselijke dialect- de schutspatroon van de reizigers. De beschilderde beelden en andere versieringen die men binnen ziet, werden bij een restauratie in 1929 weer teruggevonden en zijn 17e–eeuws.
600 Meter voorbij de staafkerk is een parkeerplaats ingericht, waarvandaan men de wandeling naar Ravnejuvet kan maken. Ravnejuvet is een natuurfenomeen door de eigenaardige luchtstroom die door het ravijn voert.
U leest er meer over twee linea's hierboven.
Vanuit Dalen vervolgen we onze weg richting Vrådal. Onderweg slaan we af, wegno.355 naar het Fyresdal. In het dorpje Fyresdal is een openluchtmuseum.
Toevallig zien we, op vijftig meter afstand, even heel snel, een imposante elandbok.
Het traject door het Fyresdal is indrukwekkend en schitterend. We blijken vandaag weer verwend te worden met heel veel landschappelijk schoon. De bijna autoloze weg voert op grote hoogte langs het Fyresvatn. Dat levert prachtige doorkijkjes op. We rijden de route juist vanaf de mooiste richting: het lagergelegen meer ligt nu aan de rechterkant van de weg.
Op een gegeven moment ligt aan de linkerkant een groot schuinoplopend rotsplateau. Het is afgeschaafd door de gletsjers die hier ooit gepasseerd zijn.
Voorbij het eind van het meer slaan we een stukje verderop linksaf op wegno.41.
Slaat men op wegno.41 rechtsaf (= zuidwaarts) dan treft men na 4 km “Haugsjåsund Familiecamping / Haugsjåsund Landhandel”.
Hiervandaan is het rechtsaf nog 17 km naar het natuurfenomeen “Jettegrytene”. In de rotsachtige bodem van de Fyresåna-rivier zijn in de laatste ijstijd tal van geulen en ronde gaten ontstaan doordat in het smeltwater ronddraaiend grind werd meegevoerd. De grootste kuil is 8 meter diep en 12 meter breed.
Het landschap is pas ontdekt in 1951, nadat door de installatie van een waterkrachtcentrale het waterpeil in de rivier was gezakt.
De omgeving is 's zomers een geliefd zwemparadijs: als de zon schijnt op de rotsen wordt het water heerlijk opgewarmd.
's Nachts is de omgeving verboden terrein voor campers en caravans.
Vanaf Eikhom is er sprake van een bomveg = tolweg à 50 NOK.
Kaart google.nl/maps: traject Telemarksvegen = Morgedalen - Kristiansand Kaart visittelemark.no/telemarksvegen - traject TelemarksvegenWegno.41 richting Treungen en Vrådal is een gedeelte van “Telemarksvegen” en is ook zeer de moeite waard. Telemarksvegen loopt van Morgedal tot Kristiansand.
Kaart kart.finn.no - locatie van het meer NisserHebben we het Fyresvatn helemaal bovenlangs gereden, we komen nu langs het Nisser dat we op de oever kunnen volgen. Het is er ook schitterend, en we hebben prachtig weer. De zon schijnt op het zachtkabbelende, helderblauwe water. Midden in het meer ligt een groter rotseiland.
Onze dag kan niet meer stuk en we rijden verder door Telemarken. We zien de bergen met daaronder ruimere dalen. Via Kviteseid en Brunkeberg -ook wegno.41- komen we op wegno.E134 naar Høydalsmo en Åmot terecht.
We zijn weer terug op het nest: de afstand van deze rondrit is 229 km. = 3154 km.
6 juni '00 Kaart google.nl/maps:
route Hyllandsfoss Camping in Åmot - Dalen (= provincie Telemark) -
Setesdal - Kristiansand - Sandnes Camping in Mandal
(= provincies Aust-Agder en Vest-Agder) Deze dag zal de laatste dag van ons verblijf in Noorwegen zijn; we gaan nu definitief naar het zuiden.
Vanuit Åmot vertrekken we en we nemen weer dezelfde route als gisteren (wegno.38) naar Dalen.
Kaart suleskarvegen.no - route SuleskarvegenHierna volgt wegno.45 richting Flateland in het Setesdal een gedeelte van de touristische route “Suleskarvagen”. Deze weg gaat door een ruig gebied: rotsen en hier en daar lage berkeboompjes. Het is een echte slingerweg en wellicht daarom ook uitgeroepen tot één van de mooiste motorroutes in Noorwegen. In de winter (1 november tot 1 juni) is Suleskarvegen afgesloten.
Kaart setesdal.com - locatie SetesdalNog niet halverwege Suleskarvegen (op eenderde) arriveren we in het mooie Setesdal. Over het Setesdal hebben we ook verteld eerder in dit hoofdstuk onder Waar zijn we “aan land gegaan”?.
Kaart kart.finn.no: locaties Valle - bergwand Nomelandsfjellet met klimroutes - RysstadAan wegno.9 in zuidelijke richting ligt het dorpje Valle, alwaar een schoonmaakster druk in de weer is met het schrobben van de stoep van het plaatselijke kerkje. We mogen even binnenkijken en we horen dat een Nederlandse orgelbouwer het huidige kerkorgel heeft gebouwd. Evert krijgt de gelegenheid ons vanaf de kansel “als broeders en zusters van deze gemeente” toe te (s)preken.
Rechts van de weg (= afslag wegno.331) zijn langs de bergwand Nomelandsfjellet klimroutes uitgezet. Er zijn klimtochten in alle moeilijkheidsniveaus, voor zowel de absolute beginner als voor de expert.
Valle en het zuidelijker Rysstad vormen het centrum van de zilversmeedkunst in Noorwegen. De eerste zilversmeden gebruikten waarschijnlijk zilver dat was gegapt uit de zilvermijnen van Kongsberg ... .
Kaart google.nl/maps: locaties Byglandsfjord, Syrtveitwaterval en het Mineralpark in HornnesIn Byglandsfjord wordt geraft op de snelstromende rivier. Het hoofdcentrum voor ruigere watersport-activiteiten bevindt zich bij de Syrtveitwaterval.
Kaart google.nl/maps - locatie Mineralpark in HornnesIn Hornnes ligt het Setesdal Mineralpark waar de mooiste verzameling van stenen en mineralen in Europa op spectaculaire wijze tentoongesteld wordt in oude mijngangen die tot 175 meter diep gaan.
Het 60-hectare grote park kent tevens tal van activiteiten voor de kinderen: er is een outdoor klimpark, de kids kunnen op dinosaurusjacht, gaan goudzoeken of lekker ravotten op het zandstrand langs de rivier.
Kaart google.nl/maps - locatie RisørTrebåtfestival in Risør
In onze eerste vakantie hebben we ook een kijkje genomen in het touristische Risør. Dit havenplaatsje ligt aan de kust oostenlijk van Kristiansand: tussen Larvik en Arendal.
In het eerste weekend van augustus heeft Risør het “Trebåtfestival” met een keur aan houten boten.
In de straten van Risør brengen jongleurs, shanty-koren en theatergroepjes nog meer leven in de brouwerij .
Kaart google.nl/maps: route Kristiansand - Sandnes Camping in MandalIn Kristiansand kopen we, weer bij de Color Line, kaartjes voor de overtocht naar Denemarken van morgenochtend. (In een vorige vakantie hebben we 's middags de kaartjes gekocht voor de overtocht van diezelfde avond met de snelle draagvleugelboot, maar nu doen we het kalmer aan.)
We vinden het wel aardig om de vakantie af te sluiten met een overnachting in de stabbur van Sandnes Camping in Mandal, dezelfde als tweeënhalve week geleden.
Een stabbur is een voormalige houten voorraadschuur op palen. Stabburs staan op een zekere afstand van de woonhuizen. Hiermee voorzag men vroeger in een soort inboedelverzekering: als de houten woning afbrandde hadden de desbetreffende pechvogels tenminste nog een voorraad voedsel en kleding achter de hand.
Onze afstand tussen Åmot en Mandal is 298 km. = 3452 km.
totale afstand = 4430 km.
Het zit erop. Noorwegen: wat een land! Het is een fijne vakantie geweest. We hopen dat u ook genoten heeft. |
||
æ | ø | å | Æ | Ø | Å | ||
Noorse leestekens in Windows | alt-145 alt-0230 | alt-155 alt-0248 | alt-134 alt-0229 | alt-146 alt-0198 | alt-157 alt-0216 | alt-143 alt-0197 | |
Noorse leestekens in Windows + toetsenbord Verenigde Staten + taal Nederlands | ctrl-alt-z rechter-alt-z | ctrl-alt-l rechter-alt-l | ctrl-alt-w rechter-alt-w | idem als æ +shift | idem als ø +shift | idem als å +shift | |
instelling toetsenbord op support.microsoft.com | |||||||
Noorse leestekens in Mac OS | option(alt)-' ' = enkel aanhalingsteken | option(alt)-o | option(alt)-a | idem als æ +shift | idem als ø +shift | idem als å +shift | |
Lettergrootte op het beeldscherm aanpassen: | |||||||
vergroten | verkleinen | standaardiseren | |||||
ctrl++ = ctrl-toets met plus-toets(en) | ctrl-- = ctrl-toets met min-toets(en) | ctrl0 = ctrl-toets met nul-toets | |||||
cmd++ = cmd-toets met plus-toets(en) | cmd-- = cmd-toets met min-toets(en) | cmd0 = cmd-toets met nul-toets |